31 oktober 2023

5 minuten lezen

Beleggingen en levensverzekeringen

Economie voor iedereen: De 10 basisconcepten voor het begrijpen van de economie
FWU Expert Corner Logo

FWU - Expert Corner - FWU AG

  • Wat is economie 

  • Enkele beroemde economische theorieën

  • Tien economische basisbegrippen

Het woord economie komt van de samenvoeging van de twee Griekse woorden “oikos” en “nomos”, wat zich letterlijk laat vertalen als “beheer van het huis”.

Wat is economie

Economie bestudeert de manier waarop leden van een collectief aan hun behoeften voldoen door middel van het gebruik van beperkte goederen en middelen.

Economie is met andere woorden een sociale wetenschap die de gedragingen van de mens en de interactie tussen verschillende mensen bestudeert.

Economen die geschiedenis geschreven hebben

Net zoals dat geldt voor andere disciplines kent ook de economie talrijke wetenschappers die in de loop der eeuwen theorieën ontwikkeld hebben die onderling ook heel erg van elkaar kunnen verschillen.

De theorie van Malthus over het verband tussen bevolkingen en hulpbronnen bijvoorbeeld dateert van het einde van de achttiende eeuw. In diezelfde periode komt ook de theorie van David Ricardo tot stand, één van de grootste namen van de klassieke school.

Ongeveer een eeuw later, aan het einde van de 19de eeuw, ziet de kwantiteitstheorie van het geld van Irving Fisher, de theorieën van de beroemde econoom John Maynard Keynes en deze van de Oostenrijker Joseph Schumpeter, auteur van de economische ontwikkelingstheorie, het levenslicht. Om de economie te begrijpen, volstaat het niet om de economische theorie van deze of gene wetenschapper te kennen, maar moeten we wel ingaan op enkele principes van de economie.

31102023 Basics-of-econimics 01 5304x7952
Tien basisconcepten van de economie

Hier volgt een kort overzicht, een basis om meer te weten te komen over de tien grote thema's van de economie die ons dagelijks leven beïnvloeden. Een beknopte inleiding tot de economie voor beginners, helemaal voor jou!

De term “spread” komt uit het Engels en wordt vertaald door “verschil” of “marge”, als het op een algemene manier gebruikt wordt. 

Doorgaans verwijst de term spread naar het verschil tussen het rendement van Duitse overheidsobligaties op en de Italiaanse, ook gekend als de Spread BTP-Bund.

Deze indicator, uitgedrukt in basispunten (basis points) die elk staan voor een honderdste van een procentpunt, kan in waarde stijgen of dalen.

De schommelingen in de Spread BTP-Bund geven een hoger of lager risico aan dat een belegger aangaat bij het aankopen van een Italiaanse of Duitse staatsobligatie.

Op financieel vlak verwijst het woord spread naar het verschil tussen prijzen, rendementen of rentevoeten van twee financiële instrumenten.

De inflatie is een economisch fenomeen dat gekenmerkt wordt door een aanhoudende en algemene prijsstijging van goederen en diensten: dit leidt tot een daling van de koopkracht van geld.

De inflatie wordt gemeten door middel van een indexcijfer van de consumentenprijzen, een gemiddelde van de prijzen van een geheel aan goederen en diensten die in een bepaalde mand zitten, met daarin de boodschappen van de burgers van een bepaald land. 

Onder de factoren die een stijging van de inflatie kunnen teweegbrengen, vinden we de vraag die het aanbod overstijgt, de toename van de geldhoeveelheid, de stijging van de productiekosten, een verzwakte wisselkoers of de prijsstijging van de ingevoerde grondstoffen zoals o.a. aardolie.

De staatsschuld is de schuldenlast van een land t.o.v. andere instellingen, zowel overheids- als particuliere instellingen.

Door middel van de staatsschuld financieert een land haar eigen kosten. In feite voldoet zij dus op die manier aan haar financiële behoefte die noodzakelijk is om de werking van het overheidsapparaat te verzekeren. 

De staatsschuld is doorgaans gebaseerd op de uitgifte van staatsobligaties - obligaties op korte of (middel)lange termijn die de terugbetaling van het kapitaal en de interest bevestigen waarbij de interesten variëren afhankelijk van verschillende factoren.

Een te hoge staatsschuld is riskant voor het land en voor de ondertekenaars van de effecten. Het land heeft met name meer moeite om zichzelf te financieren en zou mogelijk met restrictieve maatregelen op de proppen moeten komen zoals een belastingverhoging of de inperking van de overheidsuitgaven.

De rentevoet is de waarde die slaat op de kosten die men moet dragen op het moment dat men geld leent, maar geeft ook de vergoeding weer die toekomt aan wie de lening verstrekt. 

Wie aan de bank een lening vraagt, zal het kapitaal moeten terugbetalen plus een bepaald bedrag bij wijze van rente. 

Wie geld op een zichtrekening plaatst of een obligatie koopt, ontvangt een vergoeding op dat bedrag, wat dus overeenkomt met de rentevoet. 

De rentevoet kan vast zijn, en dus dezelfde blijven zolang de lening loopt, variabel zijn, op basis van de marktschommelingen, of gemengd zijn, een combinatie van deze twee types. 

In elk monetair stelsel legt de Centrale Bank de rentevoet vast die als referentiepunt dient voor financiële transacties.

Eén van de basisbegrippen van de economie is ook het bruto binnenlands product, vaak ook afgekort tot BBP: de waarde in geld van alle goederen en diensten die in een bepaalde tijdspanne in een land geproduceerd worden. 

Doorgaans is de referentieperiode het kalenderjaar maar vaak kan de tijd ook anders gemeten worden, bijvoorbeeld per kwartaal. 

Met het woord “binnenlands” verwijst men naar de economische activiteiten in een bepaald land, terwijl de term “bruto” gelinkt moet worden aan het feit dat het BBP ook de afschrijvingen omvat.

Het BBP is een belangrijke maatstaf in de macro-economie, omdat deze aangeeft hoe gezond een land is en dus hoe rijk diens inwoners zijn. 

Het BBP wordt als “nominaal” bestempeld als de lopende prijzen gehanteerd worden, terwijl het “reële” BBP berekend wordt zonder de prijswijzigingen van de productie.

Ben je nog mee? Vast en zeker wel! Het doel van dit artikel is om de belangrijkste informatie te geven om dat wat het meest van belang is verder uit te diepen. We willen dat de economie duidelijk is voor iedereen!

De deflatie geeft een algemene daling van de prijzen van diensten en goederen aan en is met andere woorden net het tegenovergestelde van inflatie. Ze leidt bijgevolg tot een stijging van de koopkracht. 

Net zoals dat geldt voor de inflatie, wordt ook de deflatie gemeten in percentages ten opzichte van een vorige periode, door middel van een indexcijfer dat het verloop van de consumptieprijzen meet en dat een positieve of een negatieve waarde kan hebben: in het eerste geval heeft men het over inflatie en in het tweede geval over deflatie. 

Deflatie kan een gevolg zijn van een recessie, die leidt tot een duidelijke inkrimping van de vraag naar diensten en goederen en dus tot een prijsverlaging.

Stagflatie is een bepaalde economische fase waarin er tegelijkertijd sprake is van inflatie en van een vertraagde/stagnerende economie. 

Een klassiek voorbeeld is de stagflatie die wereldwijd tot stand kwam door de oliecrisis van de jaren '70. 

Het dichtdraaien van de oliekraan door de OPEC leidde enerzijds tot een afname van de productie en anderzijds tot een prijsstijging, en dus tot inflatie. 

Er is nog geen eensgezindheid over de oorzaken van stagflatie, die zou kunnen voortkomen uit een toename van de kostprijs van grondstoffen of uit sterke prijsstijgingen van energie.

Quantitative easing (kwantitatieve geldverruiming) is een uitzonderlijke geldinjectie door de Centrale Bank. 

Het gaat om een onconventioneel instrument voor expansief monetair beleid dat ook gekend staat als “kwantitatieve versoepeling”.

Quantitative easing werd naar aanleiding van de financiële crisis van 2008 uitgevonden door Ben Bernanke, die van 2006 tot 2014 voorzitter was van de Amerikaanse Centrale Bank. 

Met quantitative easing beoogt men de economie, productie, tewerkstelling en de inflatie aan te zwengelen. 

Bij QE (afkorting van quantitative easing) kopen de centrale banken kortlopende staatsobligaties aan om vers geld in het systeem te injecteren.

Op economisch vlak spreekt men van een tekort wanneer er sprake is van een negatieve waarde in het saldo tussen inkomsten en uitgaven op een winst- en verliesrekening. 

Het overheidstekort gaat over de toestand waarin de overheidsuitgaven de totale inkomsten overstijgen, waardoor er een begrotingstekort ontstaat.

In Europa werden er zeer precieze en te respecteren regels opgesteld om te vermijden dat de inbreukprocedure voor buitensporige overheidstekorten ingesteld wordt.

Dit is het geval wanneer het begrotingstekort hoger is dan 3% van het BBP en de overheidsschulden 60% van het BBP overstijgen, zonder jaarlijks met 1/20 te verminderen.

De werkloosheidsgraad is de procentuele verhouding tussen de mensen van 15 jaar en ouder die werkzoekend zijn en het totaal aantal arbeidskrachten. 

Deze economische indicator is een belangrijke aanduiding van de financiële gezondheidstoestand van een land: een zeer lage werkloosheid geeft blijk van een wijdverspreide economische zekerheid en viceversa. 

Een optimaal niveau voor de werkloosheidgraad ligt tussen 3,5% en 4,5%; in geval van toe- of afname van deze parameter kunnen de Centrale Banken tussenkomen met het optrekken of verlagen van de rentevoeten.

Samengevat
  • Economie is een sociale wetenschap die de gedragingen van de mens bestudeert

  • Verschillende theorieën werden in de loop der jaren aangebracht

  • Je verwerft meer inzicht door te vertrekken van enkele basisbegrippen

  • en vooral ... economie is spek voor ieders bek!

Goed om weten

Een optimaal niveau voor de werkloosheidsgraad van een land bedraagt tussen 3,5% en 4,5%.

FWU Logo
Klaar om te sparen voor de toekomst? Wij brengen u in contact met een adviseur bij u in de buurt.
1 2
Volgende