24 november 2023

6 minuten lezen

Financieel Beheer

Financieel gedrag: de top 6 cognitieve vooroordelen
FWU Expert Corner Logo

FWU - Expert Corner - FWU AG

  • Wat is gedragsfinanciering (behavioural finance)

  • De oorsprong van de discipline

  • Waarvoor dient gedragsfinanciering (behavioural science)

    • 1. Te veel vertrouwen

    • 2. Verliesaversie

    • 3. Het bekende

    • 4. Verankering

    • 5. Kuddegedrag

    • 6. Attributiefout

  • Enkele voorbeelden van “biases”

  • Gedragseconomie en neuro-economie

  • De sleutelrol van technologie


In ons artikel leggen we uit wat gedragsfinanciering (behavioural finance) betekent en hoe de klassieke financieringstheorie en de gedragsfinancieringstheorie verschillen. Lees verder en kom meer te weten over de top 6 belangrijkste cognitieve vooroordelen!

Traditionele financiën vs gedragsfinanciën (behavioural finance)
Theorie van de traditionele financiën: het sleutelprincipe

Deze laatste is gebaseerd op de veronderstelling dat personen perfect rationeel zijn en dat ze bijgevolg, net dankzij dat kenmerk, in elke situatie altijd de beste beslissing kunnen nemen

Volgens de traditionele financiën maken beleggers rationele keuzes waarbij ze handelen op basis van informatie die dus op een rationele manier geanalyseerd werd.

Verschillende empirische onderzoeken maar ook de geschiedenis zelf hebben aangetoond dat mensen systematisch fouten maken. Denk maar aan wat de financiële crisissen ons geleerd hebben. 

Wat is gedragsfinanciering (behavioural finance)

De mens staat niet enkel voor ratio maar ook voor instinct en emotie, en dat is nu net waarom hij vaak irrationele keuzes maakt (= emotioneel belegger). Dit is de veronderstelling waaruit de gedragsfinanciering is voortgekomen, met name de tak van economische studies die zich focust op de gedragingen van beleggers op de financiële markten.

In tegenstelling tot de theorie van de traditionele financiën over de perfecte rationaliteit van personen en over de efficiëntie van de markt, komt gedragsfinanciering naar voren als een aanpak die in bepaalde opzichten alternatief te noemen is en in andere opzichten als complementair bestempeld kan worden. Deze nieuwe denkwijze vertrekt namelijk van het idee dat markten niet 100% efficiënt zijn en mensen niet 100% rationeel zijn.  

Gedragsfinanciering kent aan de emoties een belangrijke rol toe in de keuzes van beleggers en probeert te begrijpen hoe deze de financiële markten beïnvloeden. 

We zouden gedragsfinanciering met andere woorden kunnen definiëren als een combinatie van economie, financiën en psychologie (van beleggers).

Gedragsfinanciering (behavioural science): de oorsprong

Deze tak van de economie heeft in de laatste drie tot vier decennia een grote ontwikkeling gekend, aangezien in die periode de grootste publicaties en meest toonaangevende onderzoeken hebben plaatsgevonden. 

Het is echter goed om te weten dat de wortels van de gedragsfinanciën nog vroeger teruggaan in de tijd. 

We kunnen al van gedragseconomie beginnen te spreken aan het einde van de 18de eeuw met Adam Smith, auteur van het boek “De theorie over morele gevoelens”, waarin de bekende econoom een analyse maakt van de psychologische gedragingen van het individu en de samenleving.  

De neoklassieke economen knippen de banden met de psychologie door en er ontspint zich de theorie van de homo economicus die louter beschouwd wordt als een rationeel wezen. 

Het is vervolgens wachten op de vorige eeuw, en meer bepaald het begin van de tweede helft van de vorige eeuw, om de gedragsfinanciën opnieuw ten tonele te zien verschijnen.

pexels-sevenstorm-juhaszimrus-443383
De grondleggers van de gedragsfinanciën: focus op enkele principes

In 1979 wordt de tekst "Prospect Theory: an analysis of decision under risk” gepubliceerd, die geschreven werd door twee Israëlische psychologen. 

Het gaat om Daniel Kahneman en Amos Tversky, die beschouwd worden als de grondleggers van de gedragsfinanciën (behavioural finance). 

Met hun vooruitzichttheorie willen de twee psychologen namelijk aantonen hoe economische besluitvorming belangrijke wijzigingen ondergaat wanneer de persoon zich in een risicosituatie (en afhankelijk van risicoaversie) bevindt.

Doorgaans nemen mensen hun beslissingen om verlies te vermijden of een gegarandeerde winst na te streven. 

Wanneer ze zich echter in een onzekere situatie bevinden, ontstaat er asymmetrie in de besluitvorming. 

De vooruitzichttheorie bevestigt namelijk dat het gewicht van het verlies veel groter is dan dat van de winst. 

Er is sprake van asymmetrie in de beoordeling en er werd aangetoond dat de angst voor verlies driemaal groter is dan de vreugde die men voelt bij een succesvolle belegging.   

Daar komt het begrip verliesaversie vandaan. Dat is één van de psychologische fenomenen die door Kahneman en Tversky in hun onderzoeken belicht werden. 

Bij de grondleggers van de gedragseconomie vinden we ook Richard Thaler, winnaar van de Nobelprijs voor de economie in 2017. 

Thaler wordt gezien als de grondlegger van de gedragseconomie, die draait rond de theorie dat mensen op economisch vlak totaal irrationele keuzes maken. 

Men vertrekt dus van deze foute gedragingen om te komen tot een verklaring van financiële fenomenen.

Gedragsfinanciën: waarvoor dienen ze?

De gedragsfinanciën willen de manier waarop de financiële markten bewegen begrijpen op basis van het gedrag van het individu of van de samenleving. 

Deze tak van de gedragseconomie probeertmet andere woorden te begrijpen hoe beleggers handelen en welke redenen aan de basis liggen van de beslissingen die ze nemen. 

Zoals we hiervoor al zagen, is één van de principes van de gedragsfinanciën dat de mens niet 100% rationeel is. 

Ook op financieel vlak worden zijn keuzes beïnvloed door een aantal externe factoren, de zogeheten cognitieve vooroordelen, die leiden tot het maken van fouten met vaak rampzalige gevolgen voor de mens, maar soms ook voor de financiële markten.     

Dankzij de gedragsfinanciën worden deze foute en schadelijke gedragingen onderzocht en zodra vastgesteld kunnen ze belangrijke informatie verschaffen, niet alleen om te begrijpen wat de aanleiding was voor deze fouten maar ook om een licht te werpen op de dynamiek van de markt. 

De gedragsfinanciën zijn dus een onontbeerlijk instrument omdat ze helpen het beheer van spaargelden en beleggingen te optimaliseren.

Uit de onderzoeken en de studies die tot nu toe gerealiseerd werden, leerden grote beleggers wat de juiste strategieën zijn om het maximum uit beleggingen te halen, ook in de meest complexe fases van de markt, wanneer de meeste mensen vaker fouten begaan.

Gedragsfinanciën: de cognitieve fouten. Enkele voorbeelden

We hebben hiervoor al één van de grondbeginselen van de gedragsfinanciën aangehaald: de mens begaat systematisch fouten aangezien zijn beslissingen niet volledig rationeel zijn.

Deze fouten worden bestempeld als cognitieve “biases” of vertekeningen en dankzij de analyse ervan kunnen er theoretische modellen gevonden worden waar men uit kan putten om bewustere beslissingen te nemen. 

Er zijn twee categorieën van biases: cognitieve en emotionele. 

De cognitieve biases zijn mentale “short-cuts” waar men een beroep doet om de redenering uit de weg te gaan, terwijl de emotionele biases voortkomen uit enkele emoties, zoals angst of verlangen.

pexels-expect-best-323705
1. Te veel vertrouwen

Men spreekt over te veel vertrouwen als het individu de neiging heeft om zijn capaciteiten te overschatten en dus uitsluitend vertrouwt op zijn eigen perceptie die hij als belangrijker inschat dan elk objectief gegeven. 

2. Verliesaversie

De asymmetrische perceptie van verlies en winst zorgt ervoor dat het individu meer pijn voelt in het geval van verlies dan hij plezier ervaart bij winst. 

Als gevolg van deze fout kan er een foute beslissing genomen worden die precies ingegeven werd door de angst voor verlies, waardoor de mogelijke winst niet op de juiste manier beoordeeld werd.

Omdat het profiel van de belegger een belangrijke rol speelt in de besluitvorming, heeft Forward You een risicomodel gedefinieerd op een schaal van "conservatief" tot "offensief". Zo vinden we de juiste beleggingsstrategie op basis van persoonlijke risicobereidheid.

3. Het bekende

De home bias leidt tot het nemen van beslissingen op basis van al bestudeerde en uitgeprobeerde denkwijzen. 

Deze cognitieve fout zorgt ervoor dat de mens gaat beleggen in aandelen die hij al kent en de onbekende bijvoorbeeld gaat uitsluiten, waarbij de diversificatie sterk afgestraft wordt.

4. Verankering

Verankering is een andere fout met erg negatieve gevolgen, omdat het gaat om de neiging om “zich te verankeren” aan de eerste verkregen inlichtingen en bijgevolg ook aan de eerste keuzes die op basis daarvan gemaakt worden, zonder naar andere opties te kijken.

5. Kuddegedrag

Kuddegedrag is één van de bekendste fouten en is de neiging om het gedrag van anderen te volgen, zonder een rationele benadering te hanteren waarmee een bewuste keuze gemaakt kan worden. 

Kuddegedrag kan er bijvoorbeeld toe leiden een aandeel te verkopen alleen maar omdat iedereen het dumpt, maar het is niet gezegd dat dit ook de juiste zet is. 

Tegelijkertijd zou men door de euforie van anderen een aandeel kunnen kopen of een investering doet, waarbij het risico bestaat dat men in de val van een speculatieve zeepbel loopt.